2303. De aarde regeert over de koloniën in het zonnestelsel. Politieke onrust groeit. Een opstand dreigt. Maar dan …
… valt de aarde stil.
'De Zwijgende Aarde' is een reeks sciencefictionromans die elk door een andere auteur is geschreven, maar die
zich in hetzelfde universum afspelen. Elk boek is los te lezen, maar als je ze
allemaal leest krijg je een breder beeld van de gebeurtenissen.
De Heren VIIX - Roderick Leeuwenhart
En nu ...
ONRUST is er!
De psychologische thriller Toevluchtsoord van Anthonie Holslag gaat over een groep vrienden die vast komt te zitten in een blokhut, omdat buiten een soort van virusuitbraak woedt. Het is een verhaal over isolement en quarantaine, en welk effect dit op mensen heeft. Uiterst actueel dus. Anthonie schreef er deze column over.
Toen ik mijn boek Toevluchtsoord schreef in 2016, kon ik niet bevroeden dat we ooit in een pandemie zouden terechtkomen en dezelfde claustrofobische (en existentiële) angst zouden ervaren, als de personages in mijn boek doen. Natuurlijk zijn zaken in mijn boek uitvergroot, is de plaag die daar wordt beschreven fictief, en heeft die een andere achtergrond en ontstaansgeschiedenis. Maar toch … al heeft corona niet dezelfde kenmerken als de ziekte die ik in mijn boek beschrijf, corona is misschien zelfs enger: omdat het zo sluipend is, zo onzichtbaar. Een sluipmoordenaar die als een schaduw tussen ons voortbeweegt.
En we dienen de kracht van deze schaduw niet te onderschatten. Toen mijn moeder overleed op 16 januari jl., aan een longontsteking (dit was voor de corona-uitbraak), heb ik persoonlijk gezien hoe afschuwelijk een longontsteking kan zijn. Hoe het de ogen in de kassen doet rollen, hoe de persoon die vecht voor zijn/haar leven, hoe iedere ademstocht een worsteling is in longen die steeds meer door vocht worden gevuld. Het was afschuwelijk om te aanschouwen. Het was afschuwelijk om zó machteloos te zijn.
We zeggen het niet hardop: maar sterven aan een longontsteking is letterlijk verdrinken op het droge. Omdat dit voor de coronapandemie was, hadden we gelukkig de kans om bij haar te zijn, haar te aaien, te troosten. Haar te laten weten dat we er waren.
Ik weet niet of ze ons zag. Ik weet niet of ze mij of mijn zuster zag. Ik weet niet of ze ons hoorde. Ik weet alleen dat we daar waren, tot aan het laatste moment.
Terwijl ik dit schrijf, rollen de tranen opnieuw over mijn wangen. Kunst imiteert het leven. Symboliseert het leven. Vooral in het genre waar ik in schrijf (horror, griezel, psychologische thrillers – geef het een naam) dienen we de grauwe werkelijkheid weer te geven en de zwarte angst, stroperig en plakkend, onder ogen te zien. Veel verhalen zijn analogen, spiegels van de wereld om ons heen en nog belangrijker: een spiegel voor ons zelf. Het toont het conflict binnen in ons aan en hoe deze interne strijd vervolgens tot uiting komt in het openbare leven. Als horrorschrijvers moeten we dit niet schuwen. We moeten zaken niet mooier maken dan ze zijn. Sterker nog, juist in dit genre is het aan ons om onze donkere zijde te tonen, die altijd aanwezig is, pal onder de oppervlakte van wat we ’beschaving’ noemen. Kunst imiteert niet alleen het leven, soms imiteert het leven ook de kunst. Dit komt niet omdat schrijvers een vooruitziende gave hebben, maar omdat de donkere kanten die we in ons werk beschrijven voortkomt uit die interne strijd. Een strijd die meer weg heeft van een orkaan en die dezelfde verwoesting achter zich laat.
Hoewel mijn boek aan de oppervlakte verschilt met de huidige crisis waarin we leven, zijn er tevens overlappingen en overeenkomsten. In Toevluchtsoord wilde ik een verhaal vertellen over vrienden die door plotselinge en afschuwelijke omstandigheden vast komen te zitten in een hut, afgelegen in de bergen (in Upstate New York) en waarin ze het gevaar op zich voelen afkomen, maar niet weten wat het exact is. De hut vormt een soort toevluchtsoord waarin mijn personages ieder jaar opnieuw naar vluchten om het dagelijkse rompslomp te vergeten, maar die door de crisis, nu ook een écht toevluchtsoord is geworden door het gevaar dat met ieder uur of zelfs in minuten op hun afkomt.Dat is eigenlijk de eerste en de meest directe verwijzing naar de titel van het boek. Het heeft echter ook een psychologische verwijzing. De hut is de plek waarin ze de belangrijkste jaren van hun leven – het moment waarin je beslissingen begint te nemen die jouw leven en het verloop van je leven zullen bepalen – herbeleven en waarin alle keuzes nog open staan. Dit is uiteraard slechts een illusie. We kunnen genomen keuzes niet meer omdraaien. (Zoals de personages ook steeds meer ontdekken en elkaar tijdens de crisis met andere ogen gaan bekijken dan ze altijd hebben gedaan.) En het besef van deze existentiële duisternis wordt symbolisch weergegeven door het onbekende dat op hun afkomt.
Het toevluchtsoord, en de wens om daarnaar terug te keren, is eigenlijk geen toevluchtsoord. Het is een gevangenis, waarin het leven stil staat.
Hetgeen, en ik wil niets verklappen, dat op hun afstormt (letterlijk) volgt bijna dezelfde principes als een virus. Het gevaar dat ze moeten trotseren werkt op een basaal niveau. Het is gericht op overleven, reproduceren via gastheren en zichzelf verdedigen – zoals virussen doen. Virussen zijn parasiterende micro organismen. Veelal kleiner dan een bacterie. Voor de mensen in de hut symboliseert het ook de dood.
Symbolisch zou je kunnen stellen dat het kwaadaardige in mijn boek, dat de wereld plotseling in zijn grip heeft, een grauwe werkelijkheid is, die door zelf-gegenereerde illusies breekt en ons kwetsbaarheden aantoont. Het is een indringer van buitenaf die de personages confronteert dat het leven een duistere en grauwe kant heeft en dat je deze kant van het leven, hoe vaak je ook vlucht, niet kan ontlopen.
Corona maakt dezelfde existentiële angsten in ons los, dezelfde onzekerheid en breekt door de valse voorwendsels van zekerheid – die we altijd vanzelfsprekend nemen – door, slaat het kapot, en toont ons aan hoe fragiel en kwetsbaar we daadwerkelijk zijn.
Onze toevluchtsoorden zijn onze huiskamers en slaapkamers geworden, waarin we achter gesloten deur en ramen de wereld buiten proberen te houden. Tegelijkertijd weten we dat dit een onmogelijke opgave is. Op een dag zal het aan je deur kloppen, zal het zichzelf uitnodigen en als jij je verzet zal het bonkend tegen de muren naar binnen willen vechten.
Het is onvermijdelijk. Ik hoor de voetstappen. En ze komen naderbij.
Anthonie Holslag
Toevluchtsoord is te bestellen op https://www.quasis.nl/toevluchtsoord/
Alle royalty's in de maanden mei, juni en juli worden gedoneerd aan de campagne Samen stoppen we het coronavirus! van het Radboud Fonds ten behoeve van onderzoek naar het coronavirus in het Radboudumc. Kijk voor meer informatie of om zelf een donatie te doen op
https://corona.voorradboudfonds.nl/actie/uitgeverij-quasis
Zondagmiddag was het druk in de Old School in Leiden, want Quasis vierde een 5-jarig jubileumfeestje. Een kort verslag.
We begonnen met een terugblik. Aan de hand van foto’s namen we het publiek mee naar het verleden van Quasis. Van de crowdfunding voor de financiering van Lege steden, tot de uitgave van De Zwijgende Aarde. Wat hebben we in die 5 jaar veel gedaan en beleefd!
Daarna was het de beurt aan boekblogger Nakita Veltman. Zij begon haar blog ook vijf jaar geleden en heeft in die tijd veel mooie recensies over onze boeken geschreven. Nakita interviewde Jasper over Quasis en het uitgeverschap, maar ook over zijn eigen boeken.
Het gebeurt niet vaak dat je een boekpresentatie houdt van een hele serie tegelijk. De auteurs van De Zwijgende Aarde vertelden over hun boeken en lazen voor. v.l.n.r. Jasper Polane (Roest), Django Mathijsen (Tweeleed), Johan Klein Haneveld (IJsbrekers), Mara van Ness (Titanium) (met L.E.I.A.) en Anaïd Haen (Tweeleed). Auteur Jorrit de Klerk (Revolte) was helaas verhinderd.
Tot slot vertelde Wintercode-auteur Pen Stewart over de promotie-activiteiten die zij in België voor Wintercode en andere Quasisboeken onderneemt.
De middag was een mooie afsluiting van de afgelopen vijf jaar. Volgend jaar wordt ook mooi, met nieuwe boeken van Likaiar, Anthonie Holslag en Pen Stewart.
De toekomst ziet er rooskleurig uit!